In MEI 2024 – door Dr. Peter Boskamp...


E.Coli (Escherichia Coli)

Bij duiven zitten een aantal bacteriën die ziekte kunnen veroorzaken, maar doen dit niet onder alle omstandigheden. Deze bacteriën noemen we: facultatief pathogene bacteriën. In principe kunnen ze leiden tot ziekte en soms zelfs de dood, maar dit gebeurt alleen als de omstandigheden gunstiger worden voor de bacterie. Onder deze omstandigheden kunnen de bacteriën zich snel vermenigvuldigen. De bacterie E. coli is zo'n bacterie. In het overgrote deel van de gevallen beschouwen wij deze bacterie echter nog steeds als onderdeel van de normale darmflora van duiven. Deze bacterie wordt vaak aangetroffen tijdens routinematig fecaal onderzoek. Meestal zijn er helemaal geen symptomen. Sommige dierenartsen raden dit echter af. Daar bestaan ​​twijfels over.

Escherichia coli is een zogenaamde gramnegatieve staafbacterie die behoort tot de familie Enterobacteriaceae. Tot deze familie behoren ook de Proteus-bacteriën en de Klebsiella-bacteriën, maar ook Salmonella.

Er zijn veel verschillende stammen van de E. coli-bacterie. Veel van deze stammen kunnen worden beschouwd als darmcommensalen. Goedaardige darmbacteriën dus. Daarnaast zijn er opportunistische stammen die, zoals gezegd, bij gelegenheid pathogeen kunnen worden. Ten slotte zijn sommige stammen voornamelijk pathogeen. Deze kunnen diarree of infecties van de inwendige organen veroorzaken.

Het is dus niet zo dat je altijd aan ziekteverwekkende bacteriën moet denken als E. coli in een fecaal monster wordt aangetroffen. Zeker niet als ze bij routineonderzoek worden aangetroffen in de ontlasting van duiven die verder niet ziek zijn. Anders is de situatie bij diarree, waarbij per ml ontlasting grote hoeveelheden E. Col-bacteriën aanwezig zijn. Dit kan voorkomen bij jonge duiven die in het voorjaar besmet zijn met het adenovirus.
Er zijn zoveel verschillende stammen van E. Coli dat de microbiologie deze verschillende stammen probeert te onderscheiden op basis van de zogenaamde antigene eigenschappen van deze colibacteriën. In de praktijk betekent dit O-, H- en K-antigenen. Voor een E. Coli die bij kippen wordt aangetroffen, kan de naam E. Coli O1:K1:H7 zijn. Op deze manier kunnen honderden verschillende soorten worden onderscheiden. Zo proberen wij tussen de bomen het bos te blijven zien.

Routinematig onderzoek onderzoekt doorgaans niet met welke soorten we te maken hebben.
Bij zieke en gezonde duiven komen echter dezelfde stammen voor. Dit betekent dat duiven onder gunstige omstandigheden ziek kunnen worden voor deze bacterie. Daarom is het belangrijk om te proberen deze omstandigheden te voorkomen.

Symptomen van de ziekte

E. coli kan bij duiven een acute bloedvergiftiging veroorzaken, wat snel kan leiden tot de dood van de dieren. Dit zien we vaak bij kleine nestvogels. Fokkers denken vaak aan een salmonellabesmetting. Er zijn echter verschillende bacteriën die deze acute nestdood kunnen veroorzaken. Om de oorzaak vast te stellen is verder onderzoek vaak niet overbodig. Dood in het ei kan ook voorkomen. Zelfs dan kan de ziekteverwekker vaak worden opgespoord als de eieren verder worden onderzocht.

Acute dood door E. coli-sepsis kan niet alleen voorkomen bij nestvogels. Dit kan voorkomen bij duiven van alle leeftijden. Soms leidt het alleen tot acute dood. In andere gevallen treden diarree en braken of gewichtsverlies op.

Het is echter moeilijk om de exacte oorzaak van bloedvergiftiging te bepalen op basis van alleen de symptomen. Verder bacteriologisch onderzoek is daarom wenselijk. Vervolgens moeten de bacteriën in de inwendige organen worden gedetecteerd. Het autopsiebeeld kan voor verschillende oorzaken van bloedvergiftiging hetzelfde zijn.

Er moet nogmaals worden benadrukt dat het stellen van een diagnose op basis van alleen een fecale test volkomen zinloos is. Tenslotte worden colibacteriën ook aangetroffen in de ontlasting van gezonde duiven. Om een ​​betrouwbare diagnose te kunnen stellen, moeten de bacteriën in de organen worden gedetecteerd.

Stressfactoren spelen vaak een rol bij het ontstaan ​​van coli-sepsis. De stress vermindert de weerstand van de duiven, waardoor de kans op facultatief ziekteverwekkende bacteriën toeneemt.

Tot deze stressfactoren kunnen we overbevolking rekenen. Het broedseizoen is echter ook een tijd waarin de infectiedruk kan toenemen. Als er tijdens het broedseizoen sprake is van een grote neststerfte, detecteren we de ziekteverwekker het liefst door de kiem te isoleren. We monitoren de isolatie van de ziektekiem door een antibiogram te maken. Plakjes met een kleine hoeveelheid antibiotica worden op een uitstrijkje van de geïsoleerde bacteriën in een zogenaamde petrischaal geplaatst. Zo kunnen we bepalen welk antibioticum het meest effectief is. De ervaring leert dat veel van de E. coli-stammen ongevoelig zijn voor veel van de gebruikte antibiotica.

Het is daarom belangrijk om voor de juiste middelen te zorgen. In deze gevallen van hoge neststerfte is een actieplan nodig om herhaling van de sterfte in volgende broedrondes te voorkomen.
Onderdeel van deze aanpak is het verminderen van de infectiedruk door E. Coli. Uit jarenlange ervaring is gebleken dat het verzuren van drinkwater hier zeer effectief kan zijn. Maar het verstrekken van probiotica om de concurrentie tussen bacteriën in de darmen te vergroten en het evenwicht in de darmen te herstellen, kan ook helpen.

Deze aanpak werkt ook bij een toenemend aantal duiven van verschillende leeftijden die plotseling overlijden. Als er grote problemen optreden bij de duiven, is algemene antibioticatherapie noodzakelijk. Als er maar enkele duiven getroffen zijn, bereiken we vaak nog betere resultaten met individuele behandeling van de aangetaste duiven, aangevuld met de therapie van het verzuren van het drinkwater in combinatie met het toedienen van probiotica. In beide gevallen is het doel het verminderen van de infectiedruk van E. Coli, die vaak het gevolg is van een verstoring van het evenwicht in de darm.

Het voordeel van de verzurings- en probiotica-aanpak kan zijn dat we direct beginnen met het herstellen van het evenwicht van de darmflora, terwijl we bij de eerste toediening van antibiotica ook de resterende darmflora onder druk zetten.

Maar ook hier geldt dat welke aanpak het beste is, van geval tot geval verschilt en afhankelijk is van de omstandigheden. Er kunnen argumenten voor en tegen beide behandelmethoden zijn. Persoonlijk geef ik de voorkeur aan de meer natuurlijke aanpak van deze ziekte vanwege de resistentieproblemen die bij E. Coli een rol spelen.

Een bijzonder probleem bij dit E. coli-probleem doet zich voor tijdens de rijping van jonge duiven wanneer deze ten prooi vallen aan het adenovirus. Vooral deze duiven blijken gevoelig te zijn voor dit E. coli probleem. Maar ook hier blijft de aanpak voor ons hetzelfde. Als je 100 jonge duiven hebt en ongeveer 30 daarvan krijgen plotseling diarree en braken, dan moet je meestal zo snel mogelijk medicijnen gebruiken om de duiven te behandelen. In dit geval is het logisch. Want als er brand uitbreekt, zijn drastische maatregelen nodig. Het verzuren van het drinkwater en probiotica helpen het probleem sneller op te lossen, maar de infectiedruk is dan zo hoog dat het toedienen van antibiotica noodzakelijk lijkt.

Wat wij de afgelopen 25 jaar echter hebben kunnen vaststellen is dat bij het uitbreken van deze ziekte de weerstand van de jonge duiven wordt bevorderd en het drinkwater regelmatig wordt verzuurd.

Voor honderd duiven zijn er geen 30, maar misschien 4-5 problemen. Door de snelle isolatie en individuele behandeling is het in de praktijk meestal mogelijk om niet alle duiven tegelijk te hoeven behandelen. De op deze manier individueel behandelde duiven kunnen beter vervolgd worden. Ik raad u daarom aan om het aantal van deze duiven te noteren, aangezien de praktijk vaak leert dat deze duiven later als eerste worden gekozen.

De duiven, die zo sterk zijn dat ze eigenlijk geen antibiotica nodig hebben, krijgen die niet zodat hun darmflora niet onnodig belast wordt met antibiotica. De duiven die antibiotica nodig hebben om te overleven, krijgen die wel, maar kunnen daardoor beter opgevolgd worden. Het eindresultaat is minder antibioticagebruik, maar ook een toename van de selectiemogelijkheden doordat de zwakkere broers eerder kunnen worden verwijderd. Op de lange termijn zal de portefeuille hiervan profiteren.

Binnenkort.

E. Coli is een bacterie die grote problemen kan veroorzaken bij duiven. Maar het is ook een van de bacteriën die onder controle gehouden kan worden met een goede slaghouding en een natuurlijke aanpak. In dit geval zal de preventieve gezondheidszorg de duiven uiteindelijk helpen dan de curatieve aanpak met antibiotica die noodzakelijk is geworden.

Succes,

Peter Boskamp

Koop BONYFARMA producten hier...(klik)


Abonneer je op de nieuwsbrief

blijven op het snijvlak van de duif markt, rapporten, informatie - regelmatig en up-to-date.

Vul alle verplichte veld in te vullen.

* Verplicht veld

* Verplicht veld

Vul alle verplichte veld in te vullen.

* Verplicht veld

* Verplicht veld

Die mit * gekennzeichneten Felder sind Pflichtfelder. Sie können das Abonnement des Newsletters jederzeit beenden. Unabhängig davon können Sie der Erstellung eines personenbezogenen Nutzungsprofiles jederzeit widersprechen und damit die Löschung Ihrer Nutzungsdaten veranlassen. Dazu stehen in jeder Ausgabe unseres Newsletters entsprechende Links zur Verfügung. Wir geben Ihre Daten ohne Ihr Einverständnis nicht an Dritte weiter.

hier gaat het naar de oude nieuwsbrieven